Een tennisvereniging heeft dringend een nieuw clubhuis nodig. Drie bestuurders van de vereniging schakelen hiervoor namens de club een aannemer in. Na forse aanbetalingen te hebben ontvangen, stopt die met zijn activiteiten. Dan is er alleen nog niets gebouwd. De tennisclub stelt de bestuurders aansprakelijk voor de schade. 

De bestuurders vragen voor de bouw van het nieuwe clubhuis verschillende offertes op. Uiteindelijk kiezen ze voor een Roemeens aannemersbedrijf met een Nederlandse bestuurder. Er worden afspraken gemaakt op basis van een ondertekende offerte. Daarin staat onder meer dat 95 % van de aanneemsom moet worden betaald op het moment dat de bouwmaterialen zijn geleverd, maar nog niets is gebouwd. 

Aansprakelijk

De tennisvereniging maakt substantiële aanbetalingen over aan de aannemer. Enkele maanden daarna stopt die met zijn activiteiten zonder ook maar iets te hebben gebouwd. Voor de geleden schade stelt de club de bestuurders aansprakelijk in een procedure bij de rechtbank Overijssel. De bestuurders hebben volgens de club onzorgvuldig gehandeld door de aannemer flinke aanbetalingen te betalen terwijl daar geen tegenprestatie tegenover stond. 

Behoorlijke taakvervulling

Op basis van de wet is een bestuurder tegenover een rechtspersoon gehouden tot een behoorlijke taakvervulling. Aansprakelijkheid wegens onbehoorlijke taakvervulling is echter pas aan de orde als de betrokken bestuurder een ernstig verwijt kan worden gemaakt. Of daar sprake van is, moet worden beoordeeld aan de hand van alle omstandigheden van een geval, waaronder de aard van de activiteiten van de rechtspersoon, de informatie waarover de bestuurder beschikte of kon beschikken en het inzicht en de zorgvuldigheid die van een bestuurder mogen worden verwacht die zijn taak behoorlijk vervult. 

Offerte

De rechtbank vindt dat de aannemer voor zichzelf erg gunstige voorwaarden heeft bedongen, door de vereniging te verplichten forse bedragen vooruit te betalen zonder daar – met uitzondering van de levering van materialen – enige tegenprestatie tegenover te stellen. Hiermee hebben de bestuurders zich een flink risico op de hals gehaald, namelijk dat de aannemer ⎻ bij gebrek aan een financiële prikkel ⎻ de bouw nooit zou realiseren. De rechtbank vindt dat de bestuurders niet zomaar met de voorwaarden van de aannemer hadden moeten instemmen. Dat de betalingen uiteindelijk zijn gedaan, kan de bestuurders niet worden verweten: daartoe hadden zij zich immers verplicht.

Geen ernstig verwijt

Hoewel het niet verstandig was akkoord te gaan met deze voorwaarden, kan de bestuurders daarvan geen ernstig verwijt worden gemaakt, oordeelt de rechtbank. Daarbij weegt de rechtbank onder meer mee dat zij geen juridische achtergrond hebben en dat zij zorgvuldig hebben gehandeld door verschillende offertes op te vragen. Ook is onderzoek gedaan naar deze aannemer, waarbij van financiële risico’s niet is gebleken. Dat de aannemer op een gegeven moment zou stoppen met de activiteiten, hadden de bestuurders niet kunnen voorzien. De rechtbank vindt het verder belangrijk dat zij onbetaalde vrijwilligers zijn en dat zij niet de intentie hadden om zichzelf ten koste van de vereniging te verrijken of te bevoordelen. Zij hebben gehandeld uit een verantwoordelijkheidsgevoel, ook omdat niemand binnen de club de kar hier wilde trekken. Dit project heeft hen privé heel wat uren gekost, met de nodige impact op hun gezinsleven. Van de clubleden, waaronder een achtkoppige bouwcommissie, mocht bovendien een actievere en kritischere opstelling worden verwacht. Om al deze redenen oordeelt de rechtbank dat de bestuurders geen ernstig verwijt kan worden gemaakt. Voor de schade hoeven zij dan ook niet persoonlijk op te draaien.

ECLI:NL:RBOVE:2024:5517

 

Bron:Rechtbank Overijssel | jurisprudentie | ECLI:NL:RBOVE:2024:5517 C/08/308094 / HA ZA 24-4 | 22-10-2024