Een vrouw op leeftijd bepaalt in haar levenstestament dat zij schenkingen wil doen aan haar kinderen. Als een kind daar om vraagt, wijst de rechter dat toch af.

Een moeder (1931) is weduwe, lijdt aan dementie en woont in een zorginstelling. Zij heeft vier kinderen. In haar levenstestament uit zij de wens om schenkingen aan de kinderen te doen. Zij verleent een volmacht aan haar oudste zoon en benoemt haar andere kinderen gezamenlijk tot toezichthouder. In 2022 zijn haar goederen onder bewind gesteld. Een jaar later vraagt de bewindvoerder toestemming van de kantonrechter om namens de moeder alle kinderen € 6.035 te schenken. Als de kantonrechter dit afwijst, gaat de oudste zoon in hoger beroep. Hij wil dat het hof Arnhem-Leeuwarden alsnog de bewindvoerder machtigt om namens de moeder de schenking te doen.

Machtiging

In het Burgerlijk Wetboek staat dat een bewindvoerder voor het doen van schenkingen uit onder bewind staand vermogen toestemming nodig heeft van de moeder of, indien zij daartoe niet in staat of weigerachtig is, machtiging van de kantonrechter. Deze moeder is niet meer in staat om toestemming te verlenen voor schenkingen.

Schenkingstraditie

Om deze zaak te beoordelen zoekt het hof aansluiting bij de ‘Aanbevelingen meerderjarigenbewind’ van het Landelijk Overleg Vakinhoud Civiel en Kanton. De hoofdregel is: het doen van schenkingen namens een rechthebbende (de moeder) die zijn of haar wil niet kan bepalen wordt slechts toegestaan indien een schenkingstraditie wordt aangetoond – daaruit volgt immers de wil van de rechthebbende. Maar ook al is er een schenkingstraditie, dan wordt een schenking in beginsel toch niet toegestaan als het liquide vermogen van een rechthebbende door de schenking minder wordt dan € 30.000. Van die regel kan worden afgeweken als het belang van de rechthebbende dat vereist of wanneer de schenking de leefomgeving van de rechthebbende verbetert.

Toestemming ingetrokken

In deze zaak was geen sprake van een schenkingstraditie. En uit het levenstestament blijkt dat alle andere kinderen moeten instemmen met de schenking. Drie kinderen trokken hun aanvankelijke toestemming in toen duidelijk werd dat een schenking zou plaatsvinden naar rato van hun erfdeel – zo stond dat in het levenstestament. Dan zouden de oudste zoon en de dochter € 6.035 krijgen en de andere twee zoons ieder de helft van dit bedrag.

Schenking gaat niet door

Een rechter is in beginsel niet gebonden aan een levenstestament, maar kan een aanwijzing in een levenstestament wel als belangrijk aanknopingspunt zien. Het hof oordeelt hier hetzelfde als de kantonrechter. Nu er geen schenkingstraditie is, moet het verzoek van de oudste zoon in beginsel worden afgewezen. Wilde de moeder toch schenkingen doen, dan moet ook worden voldaan aan haar voorwaarde: de gevolmachtigde heeft schriftelijke toestemming nodig van de toezichthouder. En toestemming van drie van de vier kinderen ontbrak, volgens de dochter omdat sprake was van een verstoorde familierelatie tussen de oudste zoon en de dochter, die de oudste zoon niet vertrouwt in de manier waarop hij de financiën van de moeder beheerde vóór het bewind. Het hof verleent geen machtiging tot schenking.

ECLI:NL:GHARL:2024:6279

Bron:Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden | jurisprudentie | ECLI:NL:GHARL:2024:6279 200.335.144 | 09-10-2024