Een minderjarig meisje woont bij haar moeder. De ouders zijn gescheiden en hebben samen het gezag over het kind. Er is al een tijd geen omgang tussen de dochter en haar vader. De vader wil graag een zorgregeling die gericht is op contactherstel en heeft hierom gevraagd bij de rechtbank Midden-Nederland. 

De afgelopen jaren is geprobeerd het contact tussen vader en dochter te herstellen, maar dit is niet gelukt. Uit verslagen van hulpverleners blijkt dat het meisje een negatieve houding heeft ten opzichte van haar vader en dat zij niet openstaat voor contact. 

Huiselijk geweld

Het kind heeft volgens hulpverleners last van onverwerkte trauma’s. Het niet verwerken daarvan draagt bij aan het negatieve beeld dat zij heeft van haar vader. Hij heeft huiselijk geweld gepleegd naar de moeder en het kind is hiervan getuige geweest. Ook heeft de vader het meisje tijdens de omgang wel eens een tik gegeven. 

Verwerking

Volgens de hulpverlening ervaart het kind druk om het contact met de vader aan te gaan en levert dat bij haar veel stress op. Dit zet haar relatie met de moeder weer onder druk en beperkt het kind in haar verdere ontwikkeling. Zij wantrouwt veel hulpverleners omdat zij altijd als doel hebben gehad om het contact met de vader te herstellen. De weerstand van het meisje lijkt te zijn versterkt doordat de moeder haar tot voor kort verplichtte om kaartjes die haar vader aan haar schreef open te maken en te lezen, terwijl het kind dat zelf niet wilde.

Grenzen 

Op basis van dit alles vindt de rechtbank het belangrijk dat de grenzen van het meisje worden gerespecteerd, zodat zij de ruimte krijgt en ervaart om aan de slag te gaan met haar verwerkingsproces. Om die reden moet de vader het nastreven van contactherstel met het meisje loslaten, zo oordeelt de rechtbank. Hoewel hij dat zelf anders ziet, is de rechtbank van oordeel dat de vader iets vraagt van zijn dochter dat zij simpelweg niet kan en daarom ook niet van haar gevraagd mag worden. 

Afwijzing

Om die reden wordt het verzoek van de vader afgewezen. Formeel herleeft daardoor een zorgregeling uit het ouderschapsplan, omdat de moeder geen verzoek heeft gedaan om te bepalen dat er geen omgang zal zijn tussen de vader en het kind. De rechtbank concludeert dat dit laatste wel is wat de ouders willen. Zij kunnen dit samen formeel vastleggen en als dat niet lukt, moet de moeder een verzoek indienen bij de rechtbank. 

Kaartjes

De rechtbank benadrukt nog dat de vader wel van zich moet blijven laten horen en niet moet stoppen met het sturen van kaartjes aan zijn dochter. Op die manier weet ze dat hij aan haar denkt en dat de deur voor haar openstaat. De Raad voor de Kinderbescherming heeft hieraan toegevoegd dat de tekst van de kaartjes luchtig moet zijn en moet aansluiten bij de dochter. Het is volgens de rechtbank raadzaam dat de vader bij het schrijven hulp van een professional zoekt. De moeder moet op haar beurt het meisje niet verplichten de kaartjes te lezen. Zij moet ook de vader op de hoogte blijven houden over het leven van hun dochter, zodat hij het gezag kan blijven uitoefenen en aansluiting kan vinden bij zijn kind als er ooit contactherstel komt.

ECLI:NL:RBMNE:2024:5628

Bron:Rechtbank Midden-Nederland | jurisprudentie | ECLI:NL:RBMNE:2024:5628 | 29-08-2024